Met de spiertest gaan we een beweging doen waarbij er 1 spier geïsoleerd wordt. We laten bv. de arm naar voren houden. Dan geven we een lichte druk naar beneden terwijl de cliënt lichte tegendruk geeft.
Als iemand iets als negatief/stress ervaart treedt er een soort van spanningsverlies op in de spier. De arm zakt dan dus naar beneden bij lichte druk. Bij iets positiefs is dit niet het geval en blijft de spier sterk.
Op die manier kan ik dus communiceren met wat het lichaam aangeeft, en kunnen we op zoek naar de oorzaak van de klacht waar op getest wordt. Met die ene spier kunnen we kijken hoe hij reageert op verschillende testen zoals die hierboven beschreven met het voortesten.
Door de verschillende spiertesten die er zijn, kunnen we zien waar de klacht mee te maken heeft. Ook gebruiken we buisjes die informatie kunnen geven over de oorzaak van de klacht. Hierbij geeft de spiertest aan welk buisje die informatie kan geven.
Als Kinesioloog vertalen we wat de spiertesten te vertellen hebben.